woensdag 4 juli 2018

Dochters....

Als je zwanger bent, heb je gemiddeld zo'n 50% kans dat je een dochter krijgt.
Ikzelf ben gezegend met een dochter.

Meisjes voed je toch anders op als jongens.
Je bent beschermender, vanwege 'gevaar in de buitenwereld'.
Je wilt ze sterk maken, vanwege 'gevaar in de buitenwereld'.
Je wilt ze zorgzaam laten zijn, omdat dat principieel verwacht wordt.

Maar wat nou als ze rollen verkeerd zijn gegroeid in een gezin ?
Bijvoorbeeld door een depressie van een ouder.
Zoals in mijn gezin het geval was het afgelopen jaar.

Dochterlief is zorgzaam, heel erg zorgzaam.
Ze is een klein moedertje, in heel haar hart en nieren.
Ze zrogt voor haar kleine broertje, ze zorgt voor haar grote broer, ze zorgt voor mij.
Omdat dat van haar verwacht werd een periode.
Omdat ik het zelf niet kon.

Ik vind het zo jammer dat ik zo op haar ben gaan bouwen.
Dat ik haar zo nodig had.
Dat ik geen hulp kon en durfde te vragen.
Dat de hulp uiteindelijk, na het aanvragen, nog zo lang op zich heeft moeten laten wachten.
Lang leve de bureaucratie...

Sinds enkele weken voel ik me weer een stuk beter.
Ik sta stevig in mijn schoenen en neem mijn moeder-taken weer op mij.
En dat pikt ze niet.
Want dat is háár rol.
En dus botsen we, volop. Vrijwel elke dag.

Ze wil in haar rol blijven.
Dat is vertrouwd.
Dat is veilig voor haar.

Maar stukje bij beetje breken we die rol af.
En kan ze weer kind zijn.
Kan ze weer een doorsnee meisje van 9 jaar zijn.
Lekker buiten spelen, zingen, dansen.

Vandaag kwam er voor het eerst sinds hele lange tijd weer een vriendinnetje mee naar huis.
Ze hebben heerlijk gespeeld.
Wat een genot om haar weer zo te zien genieten, met een vriendinnetje.
Zo onbezorgd spelen.



Wist je trouwens dat dit fenomeen een naam heeft ?
Het heet 'parentificatie'.
Parentificatie is een begrip dat werd geïntroduceerd door Boszormenyi-Nagy. Volgens deze pionier van de contextuele therapie gaat het bij parentificatie om gezinsomstandigheden waarbij het kind verantwoordelijk wordt (gemaakt) voor het ouderlijk welbevinden. Het kind wordt (en/of voelt zich) geroepen oneigenlijke zorgen op zich te nemen. Het kan zich ook iets aanmatigen. Zo wordt het als het ware te snel ouder. Het mobiliseert daarbij de nodige krachten en talenten. Maar op latere leeftijd kan zich dit fenomeen op uiteenlopende wijze wreken. Psychoanalyse legt de intrapsychische of fantasmatische wortels bloot. Projectieve identificatie vanwege  orale en/of narcistische noden van de ouders leidt tot een  vals zelf: de zorgende engel of het superkind. Ook een falende derde die het kind onbeschermd overlevert aan de nood van de ander of reparatie en/van afgunst tegenover een ouderfiguur behoren tot de veel voorkomende pathogene factoren. Via het impliciet geheugen kan parentificatie zich als sjabloon in het volwassen psychosociaal leven nestelen. Zodoende is het een belangrijke psychopathologische risicofactor. De psychodynamiek van parentificatie speelt bovendien ook vaak bij de hulpverlener. Hij is dan niet alleen een gewonde genezer, maar kan ook gedreven worden door een niet altijd even doorzichtige of deugddoende roeping. Deze kan een professioneel optreden ernstig bemoeilijken.
Bron: Parentificatie

Geen opmerkingen:

Een reactie posten